SURINAME TODAY
Area: 163,265 sq km (63,037 sq miles)
Population: 437,024 (2004 census)
Capital City: Paramaribo (population: 180,000)
People: Surinamese. Ethnic groups include: East Indian 27%, Mixed 19%, Creole 18%, Javanese 15%, Bush Negro 14.5%, Amerindians 3%, Chinese 2%, European 1%
Languages: Dutch (official), English, Sranan Tongo (Creole Language), Hindustani, and Javanese
Religions: Hindu, Muslim, Roman Catholic, Dutch Reformed, Moravian, Jewish, Baha'i
Currency: Suriname Guilder was replaced by the Surinamese dollar in January 2004. Approximately 5.717 SRD to one UK pound (October 2007)
Major Political Parties: National Party of Suriname (NPS), Progressive Reform Party (VHP), Pertjaja Luhur, Suriname Workers Party (SPA), National Democratic Party (NDP)
Government: Constitutional Democracy
Head of State: His Excellency the President Runaldo R VENETIAAN
Minister of Foreign Affairs: Lygia Kraag-Keteldijk
Environment
The current environmental issues facing Suriname are deforestation, as timber is cut for export and pollution of inland waterways by small-scale mining activities. Suriname is party to the international environmental agreements on Biodiversity, Climate Change, Desertification, Endangered Species, Law of the Sea, Marine Dumping, Nuclear Test Ban, Ozone Layer Protection, Ship Pollution, Tropical Timber 94 and Wetlands.
Political parties and leaders
Alternative-1 or A-1 (a coalition of Amazone Party of Suriname or APS [Kenneth VAN GENDEREN], Democrats of the 21st Century or D-21 [Soewarto MOESTADJA], Nieuw Suriname or NS [Radjen Nanan PANDAY], Political Wing of the FAL or PVF [Jiwan SITAL], Trefpunt 2000 or T-2000 [Arti JESSURUN]); General Interior Development Party or ABOP [Ronnie BRUNSWIJK]; National Democratic Party or NDP [Desire BOUTERSE]; New Front for Democracy and Development or NF (a coalition that includes A-Combination or A-Com, Democratic Alternative 1991 or DA-91, an independent, business-oriented party [Winston JESSURUN], National Party Suriname or NPS [Ronald VENETIAAN], United Reform Party or VHP [Ramdien SARDJOE], Pertjaja Luhur or PL [Salam Paul SOMOHARDJO], Surinamese Labor Party or SPA [Siegfried GILDS]); Party for Democracy and Development in Unity or DOE [Marten SCHALKWIJK]; People's Alliance for Progress or VVV (a coalition of Democratic National Platform 2000 or DNP-2000 [Jules WIJDENBOSCH], Grassroots Party for Renewal and Democracy or BVD [Tjan GOBARDHAN], Party for National Unity and Solidarity of the Highest Order or KTPI [Willy SOEMITA], Party for Progression, Justice, and Perseverance or PPRS [Renee KAIMAN], Pendawalima or PL [Raymond SAPOEN]); Progressive Laborers and Farmers Union or PALU [Jim HOK]; Progressive Political Party or PPP [Surinder MUNGRA]; Seeka [Paul ABENA]; Union of Progressive Surinamers or UPS [Sheoradj PANDAY]
Paul Slamet Somohardjo (Paramaribo, 2 mei 1943) is een Surinaams politicus.
Somohardjo (bijnaam: Somo) wordt sinds zijn jeugd ook Paul Salam Somohardjo of Salam Paul Somohardjo genoemd.
Midden 1975 verliet hij samen met twee andere Staten-leden Liesdek-Clarke en Lee Kong Fong de Nationale Partij Kombinatie (NPK; coalitie van NPS, PNR, PSV en de KTPI) waarna ze een driemansfractie vormden. De NPK streefde naar onafhankelijkheid voor het einde van 1975 wat uiteindelijk ook op 25 november 1975 plaats vond. Somohardjo was toen bang dat als Suriname onafhankelijk zou worden dat creolen de Javanen (waartoe hij behoort) zouden gaan overheersen. Hij besloot in Suriname te blijven hoewel veel Javanen, mede vanwege die angst, naar Nederland emigreerden.
In 1977 was hij betrokken bij de oprichting van de Javaanse partij Pendawalima (PL, ook wel geschreven als Pendawa Lima) wat gezien kan worden als de opvolger van de SRI. Na de mislukte tegencoup van 11 maart 1982 door Surendre Rambocus werd hij gearresteerd, beschuldigd van betrokkenheid en vastgehouden op Fort Zeelandia. Op 2 november van dat jaar werd hij voorlopig in vrijheid gesteld maar hij kreeg wel huisarrest. Toen zijn grootmoeder ruim een maand later overleed op 7 december mocht hij onder begeleiding naar de begrafenis in Commewijne. Toen ze op de terugweg bij de veerboot bij Meerzorg wachtten hoorde hij geruchten dat mensen door militairen werden gearresteerd en gemarteld (zie Decembermoorden). Hierop besloot Somohardjo onder te duiken en via Frans-Guyana naar Nederland te vluchten. Daar aangekomen werd hij in september 1983 lid van de Raad voor de Bevrijding van Suriname van Henk Chin A Sen die zich verzette tegen het militaire bewind onder leiding van Desi Bouterse.
Op 21 maart 1984 werd zijn in Schiedam wonende broer Humphrey Somohardjo in de deuropening van zijn huis beschoten. Deze broer, waar Paul Somohardjo vaak verbleef, raakte ernstig gewond maar overleefde de moordaanslag waarvan wordt aangenomen dat die eigenlijk bedoeld was voor Paul Somohardjo.
Somohardjo en Rob Wormer (voorzitter van de pro-Bouterse organisatie Unie voor Volksdemocratie) werden uitgenodigd voor de TV talkshow van Karel van de Graaf op 3 december van dat jaar. De discussie tijdens de live-uitzending liep uit de hand en er volgde een gevecht tussen Somohardjo en Evert Tjon (ook bekend als Evert Wolff), de chauffeur van Wormer, waarbij ook enkele schoten vielen. Het is nooit duidelijk geworden wie de schutter was.
Op 7 maart 1985 vielen 3 doden bij een aanslag in Rijswijk in het gebouw waar de Raad voor de Bevrijding van Suriname een kantoor had. Deze aanslag was waarschijnlijk gericht tegen Chin A Sen die echter niet aanwezig was.
Na het bezoek in 1992 van president Venetiaan aan Nederland, ging Somohardjo in februari 1993 weer in Suriname wonen maar hield zijn winkel- en handelsbedrijf in Nederland aan. In 1995 zou hij in Nederland failliet verklaard zijn.
Bij het herstel van de democratie in 1987 had Pendawalima 4 zetels behaald in De Nationale Assemblée. In 1991 deden ze mee aan DA'91 die 9 van de 51 zetels kreeg (2 van die 9 kunnen worden gezien als Pendawalima zetels). In 1996 kreeg Pendawalima weer 4 zetels in De Nationale Assemblée en werd daarmee naast KTPI een belangrijke Javaanse partij. Lijsttrekker was weliswaar Mohamed Kasto, maar Somohardjo gaf aan zichzelf te beschouwen als kandidaat voor het presidentschap. Toen Somohardjo daarna te forse eisen stelde bij de formatie kwam er onder Jules Wijdenbosch (NDP) een regering tot stand zonder Pendawalima. Snel daarna ontstonden spanningen en splitste de partij in een Kasto-groep en een Somohardjo-groep. De Kasto-groep sloot zich aan bij de NDP-regering maar bleef tot ongenoegen van de Somohardjo-groep de naam Pendawalima gebruiken. Uiteindelijk besloot de rechter dat alleen het bestuur van de Pendawalima onder leiding van Kasto gebruik mocht maken van de naam, waarna de Somohardjo-groep door ging onder de naam Pertjaja Luhur (soms ook geschreven als Pertjajah Luhur).
Na de verkiezingen van 2000 werd Somohardjo namens Pertjaja Luhur (onderdeel van het Nieuw Front) minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo). Eind 2001 kwam hij in de problemen omdat hij van de Nederlandse Woninggroep Suriname 25.000 Nederlandse gulden (ruim 11.000 euro) zou hebben ontvangen, wat hijzelf ontkende.
In het voorjaar van 2002 meldde de secretaris van de stichting Bouw en Exploitatie Woningen dat Somohardjo 200.000 dollar steekpenningen had geëist na het tekenen van een intentie-overeenkomst voor de bouw van minimaal duizend woningen. Toen de Zuid-Koreaan Philip Kim dat weigerde te betalen werd de overeenkomst door het ministerie verbroken. Bij de rechtszaak waarin een schadeclaim werd geëist werd het bedrijf niet ontvankelijk verklaard.
In 2002 werd bekend dat hij nog steeds stond ingeschreven als Nederlander in het bevolkingsregister van Rotterdam. De Surinaamse wet verbiedt het echter aan personen met een hoge post om een dubbele nationaliteit te hebben. Als snel werd er een verband gelegd met de kwestie die toen speelde rond NDP-presidentskandidaat Rabin Parmessar die ook twee paspoorten zou hebben. Somohardjo verklaarde toen "Ik ben in 1995 genaturaliseerd en heb dat keurig gemeld aan de Nederlandse ambassade in Paramaribo. Ik heb alles gedaan om mijn Nederlands paspoort kwijt te raken."
Na het plotseling overlijden in september 2002 van zijn partijgenoot Jack Tjon Tjin Joe werd Somohardji tijdelijk tevens minister van Handel en Industrie totdat in november Michael Jong Tjien Fa als nieuwe minister werd beëdigd.
In december van dat jaar werd onder auspiciën van de Pertjaja Luhur de Miss Jawa 2002 miss-verkiezing gehouden. In januari 2003 klaagden enkele deelneemsters dat Somohardjo zomaar de kleedkamer binnen kwam waar zij soms halfontkleed waren en dat hij ondanks hun verzoek niet wilde vertrekken. Daarnaast zou hij op een bepaald moment een 19-jarige deelneemster betast en in de borsten hebben geknepen. Somohardjo oefende druk uit op de journaliste Erna Aviankoi van het dagblad de Ware Tijd die het onderzoek opstartte om hierover niets te publiceren. Toen zij dat toch deed klaagde hij niet die krant maar de journaliste aan. In februari 2003 stuurde president Venetiaan zijn minister met verlof toen Somohardjo een dagvaarding kreeg om voor de rechter te verschijnen in verband met de kwestie rond de missverkiezing. Terwijl het onderzoek tegen hem liep, spande hij een zaak aan tegen de journaliste Erna Aviankoi wegens smaad en laster.
In augustus verklaarde de rechter dat er voor aanranding geen wettig en overtuigend bewijs was omdat er alleen een verklaring bestond van de deelneemster terwijl Somohardjo ontkende. Wel kreeg hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden vanwege schending van de eerbaarheid van de deelneemsters. Na zijn veroordeling trok hij de zaak tegen Aviankoi in.
Hierop vroeg Somohardjo als minister ontslag aan wat meteen werd aanvaard. Begin oktober werd hij opgevolgd door zijn partijgenoot Samuel Pawironadi zodat na 9 maanden het ministerie weer een eigen minister had. Toen enige tijd later bleek dat Somohardjo onder Pawironadi werkzaam was als adviseur bij SoZaVo leidde dat tot enige commotie.
Na de verkiezingen van 2005 probeerde Somohardjo vicepresident van Suriname te worden. Toen dat niet haalbaar bleek vanwege zijn veroordeling besloten de regeringspartijen als compromis dat hij Ramdien Sardjoe (VHP) zou opvolgen als voorzitter van De Nationale Assemblée en dat Sardjoe vicepresident zou worden.
Op 30 juni 2005 kwam De Nationale Assemblée voor de eerste keer sinds de verkiezingen bijeen waarbij Somohardjo met 29 stemmen tot voorzitter werd gekozen.
Op 13 december 2007 was Somohardjo opnieuw betrokken bij een vechtpartij die live op de TV te zien was, maar nu was de locatie De Nationale Assemblée en werd het uitgezonden door de Surinaamse televisie. Toen de NDP-parlementariër Rashied Doekhie in het parlement beweerde bewijzen te hebben dat Somohardjo betrokken is bij zwendel met gronden door het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Grondbeleid, schorste Somohardjo de vergadering. Kort daarop kwam Doekhie op Somohardjo en het DNA-lid Ronny Brunswijk (ABOP) af waarop ze in discussie gingen. Doekhie gaf opeens Somohardjo een forse duw waarop Brunswijk Doekhie op de grond werkte en Somohardjo Doekhie, terwijl hij op de grond lag, een trap gaf waarna de intussen toegesnelde politie de partijen uit elkaar haalde. Somohardjo beweerde na afloop dat Doekhie hem een vuistslag had gegeven maar daarvan is op de televisiebeelden niets te zien. Later heeft Somohardjo "ondanks [zijn] onschuld" zijn verontschuldigingen voor deze vechtpartij aangeboden.
Jawa Suriname
Adanya orang Jawa di Suriname ini tak dapat dilepaskan dari adanya perkebunan-perkebunan yang dibuka di sana. Karena tak diperbolehkannya perbudakan di sana, dan orang-orang keturunan Afrika dibebaskan dari perbudakan. Di akhir 1800-an Belanda mulai mendatangkan para kuli kontrak asal Jawa, India dan Tiongkok. Orang Jawa awalnya ditempatkan di Suriname tahun 1880-an dan dipekerjakan di perkebunan gula dan kayu yang banyak di daerah Suriname.
Orang Jawa tiba di Suriname dengan banyak cara, namun banyak yang dipaksa atau diculik dari desa-desa. Tak hanya orang Jawa yang dibawa, namun juga ada orang-orang Madura, Sunda, Batak, dan daerah lain yang keturunannya menjadi orang Jawa semua di sana.
Orang Jawa menyebar di Suriname, sehingga ada desa bernama Tamanredjo dan Tamansari. Ada pula yang berkumpul di Mariënburg. Orang Jawa Suriname sesungguhnya tetap ada kerabat di Tanah Jawa walau hidupnya jauh terpisah samudra, itu sebabnya bahasa Jawa tetap lestari di daerah Suriname. Mengetahui Indonesia sudah 'merdeka', banyak orang Jawa yang berpunya kembali ke Indonesia, namun hanya sedikit orang-orang yang bisa kembali, itu saja malahan di tanah Sumatera dan daerah-daerah Indonesia lainnya. Kemudian, di tahun 1975 saat Suriname merdeka dari Belanda, orang-orang yang termasuk orang Jawa diberi pilihan, tetap di Suriname atau ikut pindah ke Belanda. Banyak orang Jawa akhirnya pindah ke Belanda, dan lainnya tetap di Suriname. Rata-rata orang Jawa Suriname beragama Islam, walau ada sedikit yang beragama lain.
Yang unik dari orang Jawa Suriname ini, dilarang menikah dengan anak cucu orang sekapal atau satu kerabat. Jadi orang sekapal yang dibawa ke Suriname itu sudah dianggap bersaudara dan anak cucunya dilarang saling menikah.
Orang Jawa Suriname berjumlah sampai 15% penduduk Suriname
Langganan:
Posting Komentar (Atom)
Tidak ada komentar:
Posting Komentar